Bijna iedereen kent vitamine C als een weerstand verhogende stof, maar deze vitamine vervult ook nog veel andere belangrijke functies.
Op welke terreinen is vitamine C belangrijk voor ons?
Vitamine C is een celbeschermende antioxidant, hierdoor speelt ze een rol in de preventie van vroegtijdige ouderdomsverschijnselen van o.a. huid, ogen, organen en bloedvaten.
Allereerst speelt vitamine C een grote rol in de vorming van bindweefsels, wat duidelijk werd toen bleek dat ze de gevreesde scheurbuik kon voorkomen. Ze ondersteunt mee de aanmaak van gezond bindweefsel, tandvlees, been en kraakbeen. Daarnaast zorgt ze mee voor sterke en flexibele bloedvaten en goede wondheling.
Maar Vitamine C is vooral bekend omdat ze helpt infecties zoals griep, verkoudheden en andere virale infecties te voorkomen door:
- de bindweefselbarrières te versterken zodat ze beter bestand zijn tegen ziekteverwekkers;
- het niveau van glutathion (een sterke vanger van vrije radicalen) te verhogen in de lymfocyten;
- een toename van beweeglijkheid van de witte bloedcellen, waardoor deze beter vreemde indringers kunnen aanpakken.
Risicogroepen op tekort
Scheurbuik komt nu gelukkig niet of bijna niet meer voor, maar dat wil niet zeggen dat er geen gebrek aan vitamine C voorkomt. Wie loopt meer kans op tekorten aan vitamine C?
- Zwangere vrouwen
- Rokers
- Sporters
- Mensen met acute en chronische infecties
- Mensen onder hoge geestelijke stress
- Ouderen
- Alcoholgebruikers
- Mensen met verwondingen of na chirurgische ingrepen
- Snoepers of wie veel geraffineerde suiker gebruikt
- Mensen met een gebrekkige aanmaak van maagzuur
- Mensen die medicijnen innemen
Wat zijn goede bronnen voor vitamine C?
Vitamine C is een onstabiele vitamine, dat wil zeggen dat bewaren, conserveren en verhitten het gehalte aan vitamine C in voedingsmiddelen sterk doet verminderen. Dat betekent dus dat verse en onbewerkte groenten en fruit onze belangrijkste bronnen voor vitamine C zijn.
Absolute toppers bij de groenten zijn: peterselie (heel rijk, maar we gebruiken er steeds maar weinig van), tuinkers, bladgroenten, koolsoorten, rode en groene paprika, aardappelen, tomaten.
In fruit zijn de beste bronnen: citrusvruchten, aardbeien, meloen, ananas, kiwi, alle soorten bessen (toppers: zwarte bessen, frambozen, acerolakers).
